Donderdag 11 maart kwam hij aan bij Ons Huis, de bus met 32 Esten, na een lange reis van drie dagen. Ze waren een beetje vroeg, er moest nog veel worden klaargezet, maar dat maakte niet uit. Ze gingen rustig naar de wc, keken eens rond en de twee kinderen die mee waren, sprongen naar hartenlust op de trampoline, terwijl een groepje Wageningers van verschillende kerken alles klaarzetten. Na maanden van overleg en weken van voorbereiding was het moment daar: Wageningse en Estse christenen van verschillende kerken ontmoetten elkaar.

Het was een bijzondere ontmoeting. Na koffie en thee werd er donderdagmiddag eerst iets uitgewisseld over de achtergrond van KerkNet en de achtergrond van de aanwezige Esten. Het waren de Baptistenpredikanten van beide groepen die dit verhaal hielden. Meteen tijdens deze eerste uitwisselingen herkenden we in elkaar hoe we deel uitmaken van dezelfde familie van God. De herkenning lag in het samen bidden, samen zingen, het delen en samen genieten van heerlijk eten, van gedeelde humor en een grote waardering voor elkaar als broeders en zusters. En dit alles door de beperkte mogelijkheden van communicatie heen. Soms was het niet mogelijk om iets tegen elkaar te zeggen, maar sprak een warme omhelzing meer dan woorden en werden we daar samen door geraakt.

Vrijdagmorgen was een frisse, maar vooral zonnige morgen, waarin de Estse visite werd rondgeleid langs verschillende kerken, zoals de ruïnes van het eerste Johanneskerkje, de Arboretumkerk, de Immanuel Kapel, de Grote Kerk en de Johannes de Doperkerk. Er werden veel foto’s gemaakt van bloesems en bloemen, van de Joodse begraafplaats, de interieurs van de kerken en de mooie plekjes waar ze langs kwamen. Onderweg werd een lekker stukje zelfgemaakte taart en een kop koffie genuttigd in de Immanuel Kapel en de wandeling werd afgesloten met het Coventrygebed en de aansluitende lunch in de Johannes de Doperkerk. Het Coventrygebed was ook een bijzonder moment. Er werd gebeden in verschillende talen, zonder dat het storend was de ander niet woordelijk te begrijpen. Ook hier steeg de eenheid uit boven de directe communicatie.

Het ontvangst ontstond uit een hele hartelijke en warme samenwerking tussen de kerken. Waar de een zorgde voor de plek van samenkomst, zorgde de ander voor warm eten, een toetje, zelfgebakken taart, een gids, een lunch, een presentatie, een wandelroute, een opening, of een zegen voor de verdere reis. En dit alles in liefde. Alles kwam precies goed: er was voldoende eten hoewel het niet duidelijk was hoeveel mensen er zouden komen, de juiste (hoeveelheid) mensen waren precies op tijd op de juiste plek aanwezig om alles klaar te zetten, de sleutel van de piano af te halen, een beamer te halen, de bus tijdens de wandeling te leiden naar de juiste parkeerplaatsen, het bezoek rond te leiden in de verschillende kerkgebouwen, te zorgen voor genoeg goede kwaliteit koffie, etc.

Zowel de Esten als menig betrokken Wageningers waren diep geraakt door dit bezoek. Naast het contact met de bezoekers, zijn er ook onverwachte warme banden ontstaan tussen mensen van verschillende kerken. Het is precies gegaan zoals Jezus tijdens de voorbereidingen had laten weten (aan Hadewijch Klaassen die als coördinatiepunt diende): ‘Maak je geen zorgen, het komt allemaal vanzelf goed.’ En zo was het, maar niet alleen. Het was bovendien een bijzonder liefdevolle ontmoeting tussen christenen over allerlei grenzen heen, waarbij af en toe zelfs een traantje van ontroering gelaten werd.
En tja, nu moeten we alleen nog besluiten wat te doen met de uitnodiging van onze broeders en zusters op Hiuumaa: wanneer maken wij, Wageningse christenen, de reis om hen daar te bezoeken?